Woxikon / Verbos / Neerlandés / V / verfronselen

NL Conjugación en Neerlandés de verfronselen

Total de formas verbales: 52
Imperativos y participios
Tegenwoordig en verleden deelwoord verfronselend
Tegenwoordig en verleden deelwoord verfronseld
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens verfronsel verfronselt verfronselt verfronselen verfronselen verfronselen
Imperfect verfronselde verfronselde verfronselde verfronselden verfronselden verfronselden
Toekomende tijd I zal verfronselen zult verfronselen zal verfronselen zullen verfronselen zullen verfronselen zullen verfronselen
Conditionalis I zou verfronselen zou verfronselen zou verfronselen zouden verfronselen zouden verfronselen zouden verfronselen
Perfectum heb verfronseld hebt verfronseld heeft verfronseld hebben verfronseld hebben verfronseld hebben verfronseld
Voltooid verleden tijd had verfronseld had verfronseld had verfronseld hadden verfronseld hadden verfronseld hadden verfronseld
Toekomende tijd II zal verfronseld hebben zult verfronseld hebben zal verfronseld hebben zullen verfronseld hebben zullen verfronseld hebben zullen verfronseld hebben
Conditionalis II zou hebben verfronseld zou hebben verfronseld zou hebben verfronseld zouden hebben verfronseld zouden hebben verfronseld zouden hebben verfronseld
Imperatief - verfronsel - - verfronselt -

Verbos similares a verfronselen

Verbos conjugados anteriores y posteriores a verfronselen

« verfronselen »

Otras acciones para verfronselen