Total de formas verbales: 52
Imperativos y participios
|
Tegenwoordig en verleden deelwoord
|
moederend |
Tegenwoordig en verleden deelwoord
|
gemoederd |
Tipo
|
ik |
jij |
hij/zij/het |
wij |
jullie |
zij |
Presens |
moeder
|
moedert
|
moedert
|
moederen
|
moederen
|
moederen
|
Imperfect |
moederde
|
moederde
|
moederde
|
moederden
|
moederden
|
moederden
|
Toekomende tijd I |
zal moederen
|
zult moederen
|
zal moederen
|
zullen moederen
|
zullen moederen
|
zullen moederen
|
Conditionalis I |
zou moederen
|
zou moederen
|
zou moederen
|
zouden moederen
|
zouden moederen
|
zouden moederen
|
Perfectum |
heb gemoederd
|
hebt gemoederd
|
heeft gemoederd
|
hebben gemoederd
|
hebben gemoederd
|
hebben gemoederd
|
Voltooid verleden tijd |
had gemoederd
|
had gemoederd
|
had gemoederd
|
hadden gemoederd
|
hadden gemoederd
|
hadden gemoederd
|
Toekomende tijd II |
zal gemoederd hebben
|
zult gemoederd hebben
|
zal gemoederd hebben
|
zullen gemoederd hebben
|
zullen gemoederd hebben
|
zullen gemoederd hebben
|
Conditionalis II |
zou hebben gemoederd
|
zou hebben gemoederd
|
zou hebben gemoederd
|
zouden hebben gemoederd
|
zouden hebben gemoederd
|
zouden hebben gemoederd
|
Imperatief |
- |
moeder
|
- |
- |
moedert
|
- |
Verbos similares a moederen
Verbos conjugados anteriores y posteriores a moederen
Otras acciones para moederen