Total de formas verbales: 52
Imperativos y participios
|
Tegenwoordig en verleden deelwoord
|
bevoelend |
Tegenwoordig en verleden deelwoord
|
bevoeld |
Tipo
|
ik |
jij |
hij/zij/het |
wij |
jullie |
zij |
Presens |
bevoel
|
bevoelt
|
bevoelt
|
bevoelen
|
bevoelen
|
bevoelen
|
Imperfect |
bevoelde
|
bevoelde
|
bevoelde
|
bevoelden
|
bevoelden
|
bevoelden
|
Toekomende tijd I |
zal bevoelen
|
zult bevoelen
|
zal bevoelen
|
zullen bevoelen
|
zullen bevoelen
|
zullen bevoelen
|
Conditionalis I |
zou bevoelen
|
zou bevoelen
|
zou bevoelen
|
zouden bevoelen
|
zouden bevoelen
|
zouden bevoelen
|
Perfectum |
heb bevoeld
|
hebt bevoeld
|
heeft bevoeld
|
hebben bevoeld
|
hebben bevoeld
|
hebben bevoeld
|
Voltooid verleden tijd |
had bevoeld
|
had bevoeld
|
had bevoeld
|
hadden bevoeld
|
hadden bevoeld
|
hadden bevoeld
|
Toekomende tijd II |
zal bevoeld hebben
|
zult bevoeld hebben
|
zal bevoeld hebben
|
zullen bevoeld hebben
|
zullen bevoeld hebben
|
zullen bevoeld hebben
|
Conditionalis II |
zou hebben bevoeld
|
zou hebben bevoeld
|
zou hebben bevoeld
|
zouden hebben bevoeld
|
zouden hebben bevoeld
|
zouden hebben bevoeld
|
Imperatief |
- |
bevoel
|
- |
- |
bevoelt
|
- |
Verbos similares a bevoelen
Verbos conjugados anteriores y posteriores a bevoelen
Otras acciones para bevoelen