Total de formas verbales: 52
Imperativos y participios
|
Tegenwoordig en verleden deelwoord
|
analyserend |
Tegenwoordig en verleden deelwoord
|
geanalyseerd |
Tipo
|
ik |
jij |
hij/zij/het |
wij |
jullie |
zij |
Presens |
analyseer
|
analyseert
|
analyseert
|
analyseren
|
analyseren
|
analyseren
|
Imperfect |
analyseerde
|
analyseerde
|
analyseerde
|
analyseerden
|
analyseerden
|
analyseerden
|
Toekomende tijd I |
zal analyseren
|
zult analyseren
|
zal analyseren
|
zullen analyseren
|
zullen analyseren
|
zullen analyseren
|
Conditionalis I |
zou analyseren
|
zou analyseren
|
zou analyseren
|
zouden analyseren
|
zouden analyseren
|
zouden analyseren
|
Perfectum |
heb geanalyseerd
|
hebt geanalyseerd
|
heeft geanalyseerd
|
hebben geanalyseerd
|
hebben geanalyseerd
|
hebben geanalyseerd
|
Voltooid verleden tijd |
had geanalyseerd
|
had geanalyseerd
|
had geanalyseerd
|
hadden geanalyseerd
|
hadden geanalyseerd
|
hadden geanalyseerd
|
Toekomende tijd II |
zal geanalyseerd hebben
|
zult geanalyseerd hebben
|
zal geanalyseerd hebben
|
zullen geanalyseerd hebben
|
zullen geanalyseerd hebben
|
zullen geanalyseerd hebben
|
Conditionalis II |
zou hebben geanalyseerd
|
zou hebben geanalyseerd
|
zou hebben geanalyseerd
|
zouden hebben geanalyseerd
|
zouden hebben geanalyseerd
|
zouden hebben geanalyseerd
|
Imperatief |
- |
analyseer
|
- |
- |
analyseert
|
- |
Verbos similares a analyseren
Verbos conjugados anteriores y posteriores a analyseren
Otras acciones para analyseren